“Mama, daar is de safariauto!” roept mijn dochter enthousiast. Omringd door onze weekendtassen staan we ’s ochtends vroeg te wachten op de grote Land Rover, die ons een week lang door het noorden van Tanzania zal rijden. Door het onbekende gebied van Lake Natron en Serengeti National Park. Onder het mom van ‘de auto’s moeten blijven rijden’ hebben we besloten dat we er dan maar zelf gebruik van maken. Want toeristen zien we voorlopig toch niet.
Kansen in de coronatijd
Het einde van de zomer betekende helaas niet het einde van de coronacrisis. Integendeel, in Europa laaide het de afgelopen maanden weer flink op. Gespannen volgen ook wij het nieuws en de wekelijkse persconferenties. Dat reizen nu voor de meesten een ver-van-mijn-bed-show is, is duidelijk. En zo zien wij, voor de tweede keer dit jaar, een gepland bezoek aan Nederland in het water vallen.
Maar de coronatijd biedt ook kansen. De natuurparken zijn nagenoeg leeg en de lodges komen met aanbiedingen die nauwelijks te weerstaan zijn. En dus hebben we een auto met chauffeur geboekt bij Ajabu Adventures om een nog onbekend gebied voor ons te ontdekken. Zonder deze situatie hadden we waarschijnlijk nooit zo’n reis gemaakt als we nu gaan doen…
Het ruige landschap van de Ol Doinyo Lengai
De eerste bestemming van ons programma is Lake Natron. Vanuit Arusha rijden we in vijf uur via een mooie route richting het noordwesten. Naar mate we het eindpunt naderen, wordt het landschap ook steeds droger en de begroeiing schaarser. Dikwijls moeten we gas minderen vanwege een kudde koeien of geiten op ons pad. Maar dat zijn nou de files waar ik geen genoeg van kan krijgen!
En dan doemt de pyramidevormige berg Ol Doinyo Lengai voor ons op. Een actieve vulkaan van bijna 3000 meter en de enige ter wereld die natrocarbonatiet lava spuugt. Een ‘koude’ lava die op zwarte olie lijkt en grijswit kleurt zodra het in aanraking komt met de vochtige lucht. Vanaf een afstand lijkt de top inderdaad in een laagje sneeuw gehuld te zijn.
Traditionele Maasai barbecue
De weg door het steenachtige maanlandschap volgend, bereiken we onze accommodatie niet ver van de oever van Lake Natron. Naast het hartelijke ontvangst bij Maasai Giraffe Lodge, dat wordt gerund door de Maasai, wacht ons een ruime kamer en een heerlijk zwembad om het stof van ons af te spoelen. Speciaal voor alle gasten – verrassend genoeg zijn we niet de enige! – is er die avond een traditioneel Maasai barbecue georganiseerd. De kinderen gaan gefascineerd kijken bij de voorbereidingen, want een geit slachten gebeurd volgens een vast ritueel. En niets gaat verloren, van de poten en ogen tot het verse bloed.
De zoutvlaktes van Lake Natron
De volgende ochtend verlaten we nog meer de gebaande paden en rijden we naar de oever van Lake Natron. Een wandeling langs de waterkant van het zoutmeer geeft het gevoel alsof je in een onbewoonde, woestijnachtige wereld bent. Met elke stap kraakt het zout onder je voeten, alsof je op dun ijs loopt. En juist vanwege het hoge zoutgehalte trekt dit gebied miljoenen flamingo’s aan om te broeden.
Wij zijn net te laat in het jaar om dit roze schouwspel mee te maken, daarvoor is juni t/m september de beste tijd. Maar het is een adembenemende plek. Pelikanen vliegen over en flamingo’s balanceren op één poot in het ondiepe water. Met onze rug naar het meer strekt voor ons de enorme zoutvlakte uit, met op de achtergrond de hellingen van de Rift Vallei en de majestueuze Ol Doinyo Lengai vulkaan.
Terug bij de auto ontmoeten we twee Maasai vrouwen die hun kleurrijke sieraden van minuscule kraaltjes aan ons proberen te verkopen. Dat de armbanden niet voor de dunne polsen van kinderen gemaakt zijn, is geen probleem want vlug en behendig maakt één van de vrouwen het roze armbandje voor Lisan een paar maten kleiner.
Natte voeten
Het contrast tussen water en droogte is bijzonder. Het desolate landschap, waar we overigens nog regelmatig zebra’s en giraffen spotten, gaat vloeiend over in het meer, Met de kleine eilandjes waan je je bijna in een Zuid-Europees kustplaatsje. En doet de hitte je snakken naar een frisse duik, dan is er de Engare Sero rivier waar je gegarandeerd je voeten niet droog houdt.
Na een uitgebreide lunch in de schaduw van het restaurant maken we ons op voor een wandeling door de kloof. “Can your shoes get wet?” vraagt de gids ons nogmaals. Geen overbodige vraag blijkt al snel, want na nog geen 500 meter houdt het pad op en waden we tot kniehoogte door het water. Het pad slingert zich door de kloof, vaker dóór de rivier dan er langs. De jongste heeft geluk en wordt gedragen door de gids. De oudste moppert dat hij loopt te soppen in zijn schoenen. Voor kinderen is het dan misschien iets minder geschikt maar het is een prachtige, avontuurlijke tocht die eindigt bij de Engare Sero waterval. Een klein voorproefje op de andere prachtige wandelingen die hier in de omgeving te maken zijn.
Een andere wereld
Na twee nachten in het Lake Natron gebied nemen we afscheid van de Maasai Giraffe Lodge en zetten we onze safari voort richting het Serengeti National Park. Via de westkant van het meer volgen we de kronkelige weg langs een prachtige kloof. We passeren kleine en grote boma’s van de Maasai, en herders die in hun geruite doeken geiten en schapen bij elkaar houden. Een surrealistisch, ruig gebied waardoor we nu nóg meer het gevoel hebben ons in een andere wereld te bevinden. Ver weg van de corona pandemie en alle stress die daarbij komt kijken. Ik denk dat we hier nog maar even blijven!
Wat geweldig om te lezen wat jullie belevenissen zijn.
Wat is het landschap daar toch afwisselend. Kan niet wachten om daar te zijn!
Geniet van deze reis.
Dankjewel Lianne! Heel bijzonder inderdaad en zoveel te ontdekken! Succes met de voorbereidingen voor jullie reis.