En dan is het zover. Na een week van last minute inkopen doen, de laatste spullen pakken, afscheid nemen van familie en vrienden, en zeker ook nog even van het mooie lenteweer genieten, staan we maandagochtend vroeg op Schiphol. Compleet met 6 koffers, 2 trolleys, 2 laptops, een luiertas, Julian’s rugzakje, een hond en een bench. Toch krijgen we alles mee en ook de 8 uur durende vlucht naar Kilimanjaro Airport verloopt verrassend voorspoedig.

In het vliegtuig

Het is alsof je in een andere wereld uitstapt; omringd door een klamme hitte en mensen die een compleet andere taal, uiterlijk en cultuur hebben. Waar Julian overigens niet bijzonder van onder de indruk lijkt te te zijn. Een nauwelijks verlichte weg van het vliegveld naar Arusha leidt ons naar ons huis voor de komende periode, dat gelukkig van de meeste gemakken voorzien is en al behoorlijk ingericht blijkt te zijn.

Hoewel het voor ons deels ‘thuis komen’ is, moeten we in veel opzichten ook weer wennen. Het is alsof je weer even een stap terug in de tijd maakt: een boiler die je moet aanzetten om warm water te krijgen, een pomp om de druk van het kraanwater op te voeren, een generator om de stroomuitval op te vangen… Maar het is met name het verschil in temperatuur (30 graden) en het eten, ondanks dat we zelf koken, dat ervoor doet zorgen dat we ook lichamelijk moeten wennen. Inclusief de nodige maag- en darmklachten. Even een stapje terug en kalm aan doen dus. En laat dat nou nét niet moeilijk zijn in Afrika…!