Toen we begin 2014 te raden gingen wat we allemaal mee wilden nemen naar Tanzania, stond het al vrij snel vast dat onze 2-jarige Labrador tot een van die punten zou behoren. We konden en wilden haar niet achterlaten, en bovendien zou Julian ons dat niet in dank hebben afgenomen.

Hoewel de vlucht geen pretje voor haar zal zijn geweest, wist ze zich snel en gemakkelijk aan haar nieuwe omgeving aan te passen. Terwijl wij allemaal ziek werden in de eerste week, had Bwindi nergens last van. En nog steeds lijkt ze het goed naar haar zin te hebben. Tweemaal per dag maakt ze vrolijk een rondje in de buurt met Ezekiel, de jongen die ook onze tuin verzorgt. Een enkele keer staat Julian er zelfs op dat hij haar zelf uitlaat… Ook van de warmte heeft ze geen hinder en anders zoekt ze de koele schaduw van de struiken op. Regelmatig moet ze het ontgelden wanneer Julian een overschot aan energie heeft en zijn speelgoed met haar wil delen. Maar zodra de rust is teruggekeerd kruipt ze op de speelmat om tevreden in slaap te vallen. Geen moment heeft ze omgekeken naar de mand die we bij aankomst voor haar hadden omgekocht…

Bovendien vindt ze autoritjes heerlijk. Zodra ze de kans krijgt springt ze in de auto. De bestemming maakt niet uit, als ze maar mee mag. Trouw ging ze twee keer per week Julian mee wegbrengen en ophalen van de kinderopvang. En dat dit ook zo z’n voordelen had bleek maar weer tijdens een verkeerscontrole. Verder dan een vriendelijke begroeting kwam de politieman niet, want op het moment dat de zwarte hondenkop langs het stuur opdook, mompelde hij snel dat we maar weer door moesten rijden… Ze mag dan nog zo’n allemansvriend zijn, het gebrek aan waakzaamheid wordt hier ruimschoots gecompenseerd door haar verschijning!