Bij een bezoek aan Zanzibar denk je al snel aan de hagelwitte stranden, wuivende palmbomen en een helderblauwe zee. Dat vind je inderdaad ook terug op het grootste deel van het eiland. Toch is het jammer wanneer je in je haast naar dit tropische paradijs de hoofdstad van het eiland overslaat. Stone Town is met haar 600.000 inwoners een fascinerende stad en een mix van culturen en religies. Een kleurrijke mengeling van kronkelende smalle steegjes, drukke bazaars, winkels en moskeeën.

Stad van de sultans

Het is de stad waar sultans eeuwenlang hebben geregeerd. Onder hun bewind werd Zanzibar een belangrijke handelspost, onder andere dankzij de export van vele specerijen zoals kruidnagel. Wanneer je door een labyrint van straatjes dwaalt, waan je je in het sprookje van ‘Duizend en een nacht’. De hoge witte huizen met de Arabische balkons. Vrouwen gehuld in sluierdoeken en spelende kinderen op straat. De enorme houten deuren die prachtig bewerkt zijn.

Tijdens onze tocht volgen we de gids van de ene bezienswaardigheid naar de andere. De levendige markt met verse vis en groente, de Forodhani Gardens bij de haven, het oude fort en natuurlijk tal van souvenirwinkeltjes. Julian luistert aandachtig naar de spannende verhalen die de gids vertelt. En Lisan trekt met haar blonde haar en korte beentjes de aandacht van de inwoners.

Op de markt in Stone Town Zanzibar

Stad van de slavernij

Maar er zit ook een duistere kant aan de geschiedenis van Zanzibar. Nadat de Sultan van Oman het eiland overnam van de Portugezen, introduceerde hij de slavenhandel. Vanuit de binnenlanden van Oost-Afrika werden honderdduizenden mensen overgebracht naar het kustplaatsje Bagamoyo. Vrij vertaald als “geef al je hoop op”. Wie de zware tocht overleefde, werd per schip naar Zanzibar vervoerd om op de slavenmarkt verhandeld te worden. De slaven werden vastgeketend in grotten, wachtend op hun noodlot. Pas in 1873 kwam er mede dankzij Dr Livingstone een einde aan de slavernij.

Monument op de slavenmarkt in Stone Town

De slavenmarkt is nog altijd te bezichtigen en ondanks de gruwelijke geschiedenis de moeite waard. Hier werden jaarlijks zo’n 50.000 Afrikanen verkocht. Ter herinnering staat er een monument midden op het plein, waar vroeger de boom stond waar ze aan vastgebonden werden.

Stad van de rockster

En tot slot is het de stad waar Freddie Mercury is opgegroeid. Op 5 september 1946 werd hij geboren op Zanzibar als Farrokh Bulsara. Zijn ouders waren beide uit Perzië afkomstige Indiërs. Op achtjarige leeftijd werd hij echter al naar een kostschool in India gestuurd en hij was 18 toen hij met zijn ouders naar Engeland verhuisde. Zijn ouderlijk huis is echter nog steeds te bewonderen, ook wel bekend als ‘Mercury’s House’.

Kloppend op de bewerkte deuren in Stone Town Zanzibar

De wandeling door de stad en het bezoek aan de souvenirwinkeltjes kun je trouwens prima afwisselen met een lokale lunch op een van de vele dakterrassen met een prachtig uitzicht over de stad en de haven. Of neem een drankje op een terras aan het strand. Tegen het einde van de middag verzamelen zich hier steeds meer lokalen voor een verfrissende duik, een voetbalwedstrijdje of hun dagelijkse work out. Voor Julian en Lisan de ideale kans om nog één keer met hun blote voeten in het zand te rennen!

Kortom, Stone Town heeft zoveel te bieden dat je ongetwijfeld nog iets langer in deze sprookjesstad had willen ronddwalen!

Levendig strand in Stone Town

Tip: wanneer je met een avondvlucht terug naar huis vliegt, breng dan de laatste dag in Stone Town door. Omdat je al vroeg je kamer dient te verlaten, heb je vaak niet veel meer aan zo’n dag. Dus waarom niet in de ochtend al richting in het vliegveld, om een volle middag door het centrum van Stone Town te struinen? De laatste souvenirs in te slaan en nog een heerlijk (vis)gerecht aan zee te eten? Als je dit combineert met een georganiseerde stadstour kun je je bagage bovendien veilig achterlaten in de taxi en heb je meteen je transfer naar het vliegveld geregeld.